In het kort
Faillissement gaat verder dan 'je klant betaalt niet'
Een klant kan om meerdere redenen niet (op tijd) betalen. Daarover schreven we eerder al deze blog. Een faillissement is één van de redenen. Maar wat betekent ‘failliet’ eigenlijk? Samengevat komt het erop neer dat een onderneming haar schuldeisers niet meer kan betalen. Op dat moment vraagt de onderneming (of één van haar schuldeisers) faillissement aan bij de rechtbank. De rechtbank onderzoekt of de onderneming echt geen betalingsafspraken meer kan maken. Is dat niet het geval? Dan wordt het faillissement uitgesproken en krijgt de onderneming een curator toegewezen.
Een curator neemt alle beslissingen voor het bedrijf. De curator controleert de administratie en alle bezittingen en onderzoekt of de schuldeisers nog betaald kunnen worden, bijvoorbeeld door eigendommen van het bedrijf te verkopen.
Na het uitspreken van het faillissement wordt de uitspraak overgenomen in het Centraal Insolventieregister en het Handelsregister van de KVK. Hier kun je dus controleren of een bedrijf echt failliet is.
Wat er gebeurt als je klant failliet gaat
Soms informeert je klant jou persoonlijk over het faillissement. Maar vaak is dat lastig. Je ontdekt het faillissement dan als je een brief ontvangt van de curator. In die brief staat dat je klant failliet is en dat jij eventuele openstaande rekeningen kunt aanmelden bij de curator. De curator maakt hier een complete lijst van en onderzoekt welke facturen alsnog betaald kunnen worden.
In de ogen van de curator (en de wet) zijn niet alle schuldeisers gelijk. Sommige schuldeisers hebben voorrang bij het betalen van facturen. Dat zijn bijvoorbeeld de Belastingdienst en het UWV, zij zijn preferente schuldeisers. Als er nog geld is, dan worden zij eerst betaald. Pas daarna zijn de concurrente schuldeisers aan de beurt. Dat zijn de gewone leveranciers, waaronder bijvoorbeeld jijzelf. In de praktijk is het geld vaak op na het betalen van de preferente schuldeisers. De kans dat jouw factuur nog wordt betaald is dus helaas maar heel klein.
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat jij goederen hebt verkocht aan de klant die je al wel hebt geleverd, maar die de klant nog niet heeft betaald. Als je in je algemene voorwaarden een eigendomsvoorbehoud hebt opgenomen, dan kun je die spullen terugvorderen via de curator. De kans bestaat dat je ze dan terugkrijgt, tenminste als de spullen nog niet zijn doorverkocht of verwerkt. Dat is ook zo als jij bijvoorbeeld spullen hebt uitgeleend aan de klant. Ook deze kun je terugvorderen. Geef dit wel zo snel mogelijk door aan de curator om te voorkomen dat de spullen al op weg gaan naar een nieuwe eigenaar.
Het faillissement verwerken in je boekhouding
Zodra het faillissement definitief is, hoor je van de curator of je nog iets krijgt. Krijg je niets meer? Dan is je factuur dus oninbaar. Dit moet je verwerken in je boekhouding. Hierdoor gaat je winst omlaag. Dat is natuurlijk zuur. Zeker omdat je had gerekend op die inkomsten. Je hebt er hard voor gewerkt en nu krijg je niets. Je bespaart dan wel inkomstenbelasting, maar je had die inkomsten natuurlijk liever wél gehad.
Stond er ook btw op de oninbare factuur? Dan heb je die waarschijnlijk al afgedragen aan de Belastingdienst. Gelukkig kun je deze btw terugvragen zodra zeker is dat je factuur oninbaar is. Een factuur wordt als oninbaar gezien wanneer:
Je kunt de btw terugvragen in het tijdvak waarin de 1-jaarstermijn is verstreken, of waarin duidelijk is geworden dat de factuur oninbaar is.
 
Zo vraag je de btw terug bij je btw-aangifte:
| Voorbeeld | 
Het faillissement van je opdrachtgever is behoorlijk balen. Zeker als je opdrachtgever jou nog geld schuldig was. Je hebt nu gezien hoe je dit verwerkt in je boekhouding. Maar de impact van zo’n faillissement is groter dan dat. Ook in de toekomst kun je geen werk meer van deze klant verwachten. Behalve misschien als er een doorstart wordt gemaakt. Dan gaat het bedrijf verder onder dezelfde naam, mogelijk met een nieuwe eigenaar. Helaas betekent dat niet dat jouw openstaande factuur nog wordt betaald, die valt in het faillissement.
Na zo’n tegenvaller is het belangrijk om er snel weer bovenop te komen. Ga daarom snel op zoek naar nieuwe opdrachtgevers om het ‘gat’ mee te vullen. Spreek hiervoor je huidige netwerk aan of benader zelf actief potentiële klanten.
Het liefste voorkom je dat zoiets nog een keer gebeurt. Je kunt niet voorkomen dat een klant failliet gaat. Wat je wel kunt doen, is ervoor zorgen dat jij daar geen last van hebt. Laat je klanten bijvoorbeeld alles vooruitbetalen. Zo weet je zeker dat jij het geld hebt, voordat jij het werk verricht. Gaat dat te ver? Laat je klant dan in ieder geval een voorschot van 50% betalen. Zo spreid je het risico. Ook fijn voor wanbetalers die wel kúnnen, maar niet wíllen betalen. Die vis je er zo gelijk uit.
Het faillissement van een klant is echt zuur. Voor je klant, maar ook voor jou. Hopelijk heb je voldoende financiële buffers om dit op te vangen. Je weet nu hoe je jouw geld kunt terugvragen, hoewel de kans helaas klein is dat je het daadwerkelijk terugkrijgt. De btw die je hebt afgedragen, krijg je gelukkig wel terug.
 
Probeer ook na zo’n tegenslag door te zetten. Het ondernemerschap heeft pieken en dalen. Je mag hier flink van balen, maar kijk ook welke les je hieruit kunt halen. Wat kun je aanpassen om de volgende keer hier minder door geraakt te worden? Laat klanten bijvoorbeeld vooruitbetalen, of zorg voor een grotere financiële buffer. Een failliete klant is dan nog steeds een tegenvaller, maar in ieder geval niet één waardoor jij ’s nachts wakker ligt. Hoe je zo’n buffer opbouwt lees je in onze blog over de Profit First-methode.